Egans knokploeg

‘The album’s called A to B, right?’ Bosco said. ‘And that’s the question I want to hit straight on: how did I go from being a rock star to being a fat fuck no one cares about? Let’s not pretend it didn’t happen’ […] ‘I want interviews, features, you name it,’ Bosco went on. ‘Fill up my life with that shit. Let’s document every fucking humiliation. This is reality, right? You don’t look good anymore twenty years later, especially when you’ve had half your guts removed. Time’s a goon, right? Isn’t that the expression?’   (p. 134)

Jennifer Egan’s mozaїekroman A Visit from the Goon Squad (Bezoek van de knokploeg, vertaald door Ton Heuvelmans) bestaat uit een collectie van verweven verhalen, waarin een belangrijke rol is weggelegd voor de muziek(-industrie), maar meer nog draait het om de mokerslagen die de tijd in de levens van de personages uitdeelt. Het boek beslaat een lange periode en een grote groep personages, die in het ene verhaal een hoofdrol, en in het andere een bijrol spelen.

Egans roman heeft de Pulitzer Prize al gewonnen, evenals de National Book Critics Circle Award, en is jubelend besproken. Jeroen Vullings van Vrij Nederland roemt het ‘door Nabokov aangeraakte proza’, en noemt Egan een ‘shapeshifter’, een ‘vormveranderaar’, omdat ze moeiteloos schakelt tussen perspectieven, locaties en verhaalvorm.

Een van de leukste besprekingen is die van Horn Comix Supplement:

De roman, volgens de schrijfster geїnspireerd op zowel The Sopranos als op het werk van Proust, is opgebouwd uit verhalen die ook los van elkaar gelezen kunnen worden, en die enorm verschillen in vorm, toon en perspectief; er is zelfs een verhaal dat gepresenteerd wordt als powerpoint presentatie. Ondanks die variatie vormen de verhalen onmiskenbaar een roman, door de continuїteit van thema’s en personages.

De knokploeg uit de titel verwijst naar het fenomeen tijd, en hoe de tijd klappen uitdeelt in de levens van een groep meer of minder met elkaar verbonden personages. De volgende passage laat zien hoe de alwetende verteller in een van de verhalen heen en weer in de tijd springt, in een relaas over het meisje Charlie, haar vader Lou en broer Rolph:

Charlie doesn’t know herself. Four years from now, at eighteen, she’ll join a cult across the Mexican border whose charismatic leader promotes a diet of raw eggs; she’ll nearly die from salmonella poisoning before Lue rescues her. A cocaine habit will require partial reconstruction of her nose, changing her appearance, and a series of feckless, domineering men will leave her solitary in her late twenties, trying to broker peace between Rolph and Lou, who will have stopped speaking. (p. 84-85)

Het volgende citaat gaat op een andere manier over de tijd; het beschrijft de vervreemding van celebrity-reporter Jules, nadat hij een aantal jaren, ten tijde van de terroristische aanslagen van 9/11, in de gevangenis heeft gezeten:

‘I go away for a few years and the whole fucking world is upside down,’ Jules said angrily. ‘Buildings are missing. You get strip-searched every time you go to someone’s office. Everybody sounds stoned, because they’re e-mailing people the whole time they’re talking to you. Tom and Nicole are with different people… And now my rock-and-roll sister and her husband are hanging around with Republicans. What the fuck!’ (p. 130)

De verbondenheid van de verhalen en karakters in het boek doet mij denken aan David Mitchells roman Cloud Atlas, al lijkt het thema (dis)continuїteit daar op een andere (ik zou bijna zeggen, tegenovergestelde) manier aan de orde te komen. De roman Cloud Atlas is opgebouwd uit zes ‘losse’, maar als een Russische Matroesjkapop in elkaar geschoven, brute verhalen, die slechts door middel van details suggereren dat alles met alles verbonden is, en nooit iets echt ophoudt.

Dit thema wordt ook opgepikt in de recensie van Sarah Churchwell in The Guardian:

Egan has said that the organising principle of A Visit from the Goon Squad is discontinuity; this may be true, but the reason the book works so well is because of the continuities she has also created: her atomised people collide, scatter and recombine in patterns that are less chaotic than they appear. Egan’s characters, and the America they inhabit, are winding entropically down. It’s a kind of meditation on the butterfly effect, in which recurrence becomes the measure of the chaos of our lives, the novel reimagined as a series of chain reactions. But Egan’s vision of history and time is also decidedly, and perhaps reassuringly, cyclical: the impacts these characters have upon each other are engineered not by coincidence but by connectedness itself, as the people we bump against and bang into become the story of our lives.

Deze verbondenheid (of continuїteit) klinkt misschien wat abstract, maar in de taal van Egan wordt die zo concreet als, ja, als een knokploeg die bij je langskomt.

%d